delen





Je kan tegenwoordig de televisie niet meer aanzetten of er komt wel een reclame voor hoortoestellen voorbij. Meestal wordt het idee geschetst dat gehoorverlies erg makkelijk te verhelpen is. Als je toch al komt voor een bril, neem dan meteen een bijna microscopisch klein toestelletje mee: alles is weer bij het oude. En het kost je soms niet eens iets: de zorgverzekeraar vergoedt het wel. We weten allemaal natuurlijk dat de reclames hun product altijd mooier maken dan het is, maar hij hulpmiddelen voor een beter gehoor hebben ze daar een ware kunst van gemaakt. Laten we daarom eens kijken wat ze wel maar ook -vooral- niet kunnen doen.
Er bestaat geen twijfel dat hoortoestellen je wel degelijk kunnen helpen om (weer) beter te horen. Maar in hoeverre je weer kan horen als toen je nog een tiener was, hangt van een hoop dingen af. Ten eerste moet je weten dat vanaf je vijfentwintigste -ja, dan al!- je gehoor achteruit gaat. Of je nu wekelijks bij de boxen van een hardrockconcert gaat of alleen in doodstille bossen rondloopt, aan dat gehoorverlies ontkom je niet. En gehoorverlies is altijd definitief. Zodra je merkt dat je slechter begint te horen, kun je ervan uitgaan dat je door een audicien geholpen kan worden, maar perfect horen is hoe dan ook vaak een utopie.
Er bestaan twee soorten gehoorverlies. Als je voor hoortoestellen gaat kijken, moet een audicien eerst vaststellen om welke van de twee verliezen het gaat. Er is waarnemingsverlies en geleidingsverlies. Waarnemingsverlies is – simpel gezegd- als je iets niet meer hoort zoals het daadwerkelijk hoort te klinken. Te vergelijken met als je dingen anders hoort als je onder water zwemt. Geleidingsverlies is het verlies waar je normaal gesproken aan denkt: dat is het ‘minder goed horen’ van bepaalde toonhoogten of geluiden. Deze vormen kunnen ook allebei tegelijk voorkomen, dan heet het gemengd gehoorverlies.
Reclames voor hoortoestellen beweren dat ze vrijwel alles kunnen oplossen: je kan weer richtingshoren, stemmen onderscheiden in een gesprek met meerdere mensen en je kan zelfs bluetooth bellen via je hoortoestel. In theorie is daar niets van gelogen: die toestellen zijn inderdaad op de markt. Maar die kosten al gauw vijftienhonderd euro per stuk, dus drieduizend euro voor beide oren. Je kan je vast wel voorstellen dat die niet aan Jan en alleman worden weggegeven. Als je gehoorverlies is gemeten, zal de audicien met je bespreken op welk hoortoestel je recht hebt, welke functies voor jou al dan niet handig zijn en wat je überhaupt zelf wil of niet wil van het hoortoestel dat je aan gaat vragen.
Geen berichten voor deze criteria.Een hoortoestel is een klein elektronisch apparaat dat geluiden versterkt en helpt bij het verbeteren van het gehoor. Het bestaat uit een microfoon, een versterker en een luidspreker. De microfoon vangt geluiden op, de versterker versterkt het geluid en de luidspreker geeft het versterkte geluid weer in het oor.
Hoortoestellen zijn nuttig voor mensen met gehoorverlies. Dit kan variëren van milde tot ernstige gehoorproblemen. Het kan worden veroorzaakt door leeftijd, lawaai, genetische factoren, ziekten of andere oorzaken. Een audioloog kan de ernst van het gehoorverlies bepalen en adviseren over het gebruik van hoortoestellen.
Ja, er zijn verschillende soorten hoortoestellen beschikbaar, zoals achter-het-oor (AHO) toestellen, in-het-oor (IHO) toestellen en onzichtbare-in-het-kanaal (IIC) toestellen. Elk type heeft zijn eigen voordelen en nadelen, en de keuze hangt af van persoonlijke voorkeuren, de mate van gehoorverlies en andere factoren.
In de meeste gevallen wordt aanbevolen om beide oren te voorzien van hoortoestellen, zelfs als het gehoorverlies slechts aan één kant optreedt. Dit komt omdat het dragen van hoortoestellen aan beide oren helpt bij het verbeteren van het richtingsgevoel, de spraakverstaanbaarheid en het algemene luistercomfort.
De levensduur van een hoortoestel kan variëren, maar gemiddeld gaan ze ongeveer vijf tot zeven jaar mee. Dit kan echter afhangen van factoren zoals de kwaliteit van het toestel, de zorg en onderhoud ervan, en eventuele veranderingen in het gehoor van de persoon. Regelmatig onderhoud en het vervangen van onderdelen wanneer dat nodig is, kunnen de levensduur van het hoortoestel verlengen.